Knapzakroutes

Kletspoten, kouwe voeten en een kluizenaarsgevoel

Ik sta op een kruispunt, letterlijk en figuurlijk. Wat doe ik? Terug naar de auto? Maak ik een aangepaste route van een kilometer of vijftien? Of ga ik voor de volle twintig kilometer?


Maar laat ik bij het begin beginnen. Geheel tegen mijn gewoonte in, had ik de afgelopen week een aantal Groene Wissels en Knapzakroutes aangepast/verlengd, zodat ze ongeveer twintig kilometer waren. Naast de Groene Wissels Grolloo en Schoonloo, waren dat de Knapzakroutes Donderen, Zeijen-Peest, Elp en Gees. Het was dus alleen nog een kwestie van ééntje kiezen. Dàt deed ik dus, naar goed gebruik, op het laatste moment en de keuze viel op de route, die het minst “af” was. Dat zat namelijk zo:

Knapzakroute 5 voert de wandelaar rond Elp. Daar heb ik ook al gelopen over het Drenthepad, dus de overlappende stukken had ik, waar mogelijk, aangepast. Om de route te verlengen had ik een lus richting Schoonloo in gedachten.
Maar de (digitale) inkt was nog niet droog, of ik vond dat de lus toch wel uit erg lange, rechte stukken bestond, waarvan deels ook nog eens langs de grote weg van Schoonloo naar Elp. Al met al was dat behoorlijk saai en zeker geen verbetering.
Een tweede lus, deze keer via de Olde Hullenweg, was snel gemaakt, maar ook die weg is lang en recht. Dus bedacht ik een derde variant, door het Elperstroomgebied. Enig probleem dààrvan was, dat ik niet wist in hoeverre die paden toegankelijk waren.
Nu had ik dus één Knapzakroute XL, met drìe mogelijke verlengingen, met elk zijn voors en tegens en vijf andere routes, die wèl af waren.

En tòch rijd ik zondagmorgen om half negen de Olde Hullenweg op, op weg naar de parkeerplaats van het Wolvenspoor, welke ik als uitvalsbasis gekozen heb. Dat Wolvenspoor schijnt een èrg populaire wandelroute te zijn, maar als ik om twintig voor negen omhang, is daar niets van te merken: de Corsa staat helemaal alleen op de parking en afgezien van vogelgeluiden en wat autogeraas uit de richting van de N374, is het stil.

Ik heb gekozen voor de derde variant (mocht die niet mogelijk zijn, kan ik nog wisselen naar de tweede) en stap daarom richting het westen. Het eerste hek geeft goede hoop, want het bruine bordje geeft vrij wandelen aan. Ik open het hek, waarbij ik uit voorzorg geen metalen delen (schrikdraad) vastpak en sluit deze zorgvuldig achter mij. Ik had iets verderop het fietssluisje kunnen nemen, maar ik verkies vooraleer onverhard over asfalt. De witgerande eikenbladeren knerpen onder mijn voeten, wanneer ik tussen de berijpte struiken doorloop. Na tweehonderd meter moet er een afslag naar links zijn en mijn vreugde is groot, wanneer dat inderdaad zo blijkt te zijn. Een bruggetje met aansluitend vlonderpad leidt over de Elperstroom en voert mij het Elperstroomgebied in.

Ik krijg het opeens in de kop om een actiefoto te maken: ik, die over het bruggetje wandel. Maar hoe doe je dat als je alleen bent? Nou, zo:

Bij gebrek aan een statief zet je de camera (liefst stabiel) op een omgevallen boom, gericht en gefocust op je onderwerp (in dit geval het bruggetje.) Vervolgens stel je de zelfontspanner in (twee seconden is wat krap, dus ik ben voor tien seconden en drie foto’s gegaan,) drukt af en haast je, al tellend, naar de gewenste plek en hope for the best! Tien seconden was in dit geval nèt lang genoeg.

Wolvenspoor

Na twee takes vind ik het wel goed (het is een vlonderpad, geen catwalk,) haal de camera weer op en loop verder het stroomgebied in. De hoop om wild te zien, geef ik na twee stappen op: elke stap die ik zet, klinkt op dit vlonderpad als een kanonschot. Eventuele reeën weten dat ik eraan kom en zoeken ongetwijfeld een goed heenkomen. Op een kruispunt is het merkteken van het Wolvenspoor duidelijk herkenbaar. Mijn pad voert rechtdoor en slingert tussen de bomen door naar een stuk wetland. Het wordt steeds smaller en ik vraag me af of het paadje wat aangegeven staat op OpenStreetMap, nog wel bestaat. Het antwoord krijg ik even later, wanneer ik van het uitzicht over dit winters waterland sta te genieten: NEEN!

Sepia sunrise

Tenzij je laarzen of een waadpak aanhebt, eindigt hier het pad. Ik keer terug en neem het eerstvolgende pad naar rechts, wat mij door een berkenbosje om het moeras leidt. Het berkenbosje wordt een beukenbos en komt uit op de Zwatte. Ik volg de weg over een brug/vlonder en zie honderd meter verderop iets bewegen: een ree steekt de weg over, gevolgd door nog twee. Een vierde, spuit elf, laat even op zich wachten, maar schiet ook over het pad. Tegen de tijd dat ik op dat punt ben aanbeland, zijn de dames en/of heren al in het bos verdwenen, die zie ik natuurlijk niet weer.

Wat ik ook niet zie, is het zijpad dat hier moet zijn en waarlangs ik mijn route gepland heb. Niets doet vermoeden dat er ooit een pad geweest is, dus ik loop verder naar het volgende, maar ook dat schittert door afwezigheid. Drie keer is scheepsrecht en het volgende pad op de kaart blijkt wèl te bestaan. De bomen en struiken zitten vol meesjes, vinkjes, een enkel roodborstje en de obligatoire goudhaantjes, die overal in Drenthe schijnen te zitten! Ook hoor ik hier en daar een specht kloppen. Eén wat kleurloos meesje heeft een knoepert van een grijze kuif, duidelijk een kuifmees. Ik probeer foto’s te maken, maar ze zijn te rap.
Ikzelf ben minder rap: door alle fotostops heb ik in een uur tijd al bijna tweeënhalve kilometer afgelegd, dat schiet lekker op, not! Ik klik de camera op zijn plek op mijn schouderband en volg het pad verder.

Ik zag het een beetje zwart/wit, maar ik ben dan ook een hond

Hoewel links en rechts van dit pad wel wat overblijfselen van kruisende paden te zien zijn, waarvan één het verlengde van het pad door de wetlands is, lijken ze niet meer als zodanig in gebruik. Mijn route loopt wel langs één van deze “niet-“paden, dus zit er niets anders op dan doorlopen en de route aanpassen.
Ik kom uit bij de Egbertsweg, waar ik mijn route weliswaar langs gepland heb, maar pas na vijf kilometer, ik zit nu pas op drie!

Ik check Viewranger voor een nieuwe route en sla linksaf. Het pad splitst zich in een klinkerpad schuin naar links, een naastliggend fietspad en een zandpad rechtdoor. Vreemd genoeg lijkt het klinkerpad het verlengde van de Egbertsweg, terwijl het wat verscholen liggende zandpad dat eigenlijk is. Beide paden brengen me terug naar mijn geplande route, dus kies ik het onverharde pad.
Bij het volgende kruispunt, neem ik een parallel lopend pad tussen de bosrand en een moerassig gebied. Er klinken vreemde geluidjes uit dit gebied en ik vermoed dat het baardmannetjes zijn, maar wanneer ik BirdNet geopend heb, zwijgen ze in alle toonaarden.

Ik kom weliswaar even terug op mijn geplande route, maar deze blijft problemen geven. Of het pad is compleet overgroeid, of de takken erboven hangen zo laag, dat ik er zelfs gebukt nauwelijks onderdoor kan. Daarom volg ik zoveel mogelijk begaanbare paden, die de tocht wel wat langer maken.
Af en toe heb ik het idee dat het helemaal niet de bedoeling is, dat hier iemand komt, al doen de hoefafdrukken van paarden anders vermoeden. Bij een kruispunt, waar ik rechtsaf wil, is het pad weer volop begroeid, zodat ik wel rechtdoor mòet. Weer schieten vier reeën over het pad, waarschijnlijk dezelfde vier als eerder. Ik volg aan het einde van het pad een bosrandpad naar rechts en kom uit op een graspad. Dat leidt mij terug naar de Egbertsweg en weer krijg ik het gevoel, dat het hier niet voor wandelaars bedoeld is: het pad is opeens verdwenen, er is alleen nog water en lang gras. Niet een plas, maar gewoon ondergelopen land.
Er omheen gaat niet, terugkeren is ook geen optie. De enige mogelijkheid is naar voren. Ik stap van graspol naar graspol en weet droog halverwege te komen. Dan geeft een graspol mee en verdwijnt mijn voet onder water. Diep genoeg om een kletspoot te krijgen. De overkant is niet ver meer en met één voet nat, maakt de tweede ook niet meer uit, dus waad ik het laatste stukje naar vaste grond en na zeven van de geplande vijf kilometer kom ik weer op de Egbertsweg.

Had ik trouwens al gezegd dat het koud is? Oh, niet. Nou het is kou…, nou ja, fris, iets onder nul. Maar dat water is dus ook brrr!
Natte voeten, koude voeten, het is niet ideaal om te wandelen. En nu sta ik dus op dat kruispunt. Wat doe ik? Terug naar de auto? De kortste route is een kilometer of twee. Of maak ik een aangepaste route van een kilometer of vijftien (wat dan dus een aangepaste aangepaste route wordt😂😂,) of ga ik voor de volle twintig (geplande) kilometers, die dan waarschijnlijk wel meer dan twintig zullen worden.

Klein…

Ik wilde Knapzakroute 5 lopen, weliswaar aangepast, maar toch voor zeker tachtig procent over de bestaande route. Als ik niet verderga, loop ik niet Knapzakroute 5, maar gewoon een rondje bij Elp. Zolang ik in beweging blijf, warmen mijn voeten wel weer op toch?
De keuze is dus gemaakt, ik ga door, minder kan het niet worden. Dus sjouw ik tussen de Galloways door over de Egbertsweg, waar ik na ruim twee uur, op het punt waar ik bij het Drenthepad kom, het eerste menselijke contact heb. Een wandelaar is net terug van een rondje. Een opgestoken hand ter begroeting en onze wegen scheiden weer.

en groot
Nou, vooruit nog eentje dan: I see fac… Deadpool?

Ik laat het Drenthepad, dat vanaf hier linea recta naar Elp loopt, links liggen en struin weer over een onverhard en soms modderig pad door het Elperstroomgebied, wat eindigt bij een fietspad. Het wordt hier opeens een stuk drukker! Al snel ga ik weer onverhard en bij een Y-splitsing kom ik weer uit op de originele Knapzakroute. Na een klein stukje Drenthepad weet de route het tracé daarvan keurig te omzeilen, zonder dat ik dat zelf hoefde te plannen. Terug op de Egbertsweg gaat de officiële route dan wel weer via het Drenthepad recht op Elp aan, dus hier heb ik de boel weer licht aangepast.

Ja, en?

Uiteindelijk kom ik toch in Elp en vanaf de Hogenbrinksweg zit ik weer op de Knapzakroute. Die maakt een omtrekkende beweging om Elp en vlak voor de bebouwde kom, ga ik linksaf, langs wat blijkens een bord het voormalige sportveld is. Ik vrag me af wat de meerwaarde van het bord is.
Via de Smalbroeksweg laat ik Elp achter me en ga even later het Elper Westerveld in, waar ik welkom wordt geheten door dat andere Schotse runderras. Erg veel aandacht hebben ze niet voor mij en ik laat ze rustig verder grazen.

Kiekeboe

Na Elp is het weer lekker rustig geworden en ik sjouw helemaal alleen door het veld. In de verte zie ik iets boven de bomen uitsteken en middels de camera zie ik dat het een radiotelescoop is. Blijkbaar ben ik dichter bij de Radiosterrenwacht dan gedacht. De lucht achter de telescoop kleurt blauw…. DONKERblauw. Het lijkt of er regen op komst is, wat overeenkomt met de voorspelling van Buienradar. Over een asfaltweg door open terrein, loop ik het duister tegemoet. Ik heb wel zin in pauze, maar een bankje, iets van de route af (aan Knapzakroute 46, Zwiggelte,) lijkt vrij onbeschut te staan. Bovendien kom ik dan in de storingsvrije zone van de Sterrenwacht en moet de telefoon uit. Ook het volgende bankje staat vol in de wind en de miezer, die inmiddels is begonnen, dus loop ik door en glibber linksaf richting het Elper Noorderveld.

Ik had geluk, ik bleef buiten de storingsvrije zone

Vlak voor ik dààr de storingsvrije zone binnenga, gaat het weer naar rechts en ongestoord loop ik door de bossen. Het volgende bankje staat bij een hutje-mutje-volle parkeerplaats, zodat ik ook daar maar doorloop en hoop de drukke paden te kunnen ontlopen. Ik heb de route hier aangepast, vanwege samenloop met het Drenthepad, maar het is even zoeken naar het juiste pad.
Dat pad blijkt een paadje en ligt enigszins verscholen, wat dan weer als voordeel heeft, dat er verder niemand loopt. Ook hier heb ik weer het gevoel dat het pad niet meer als zodanig in gebruik is en ook hier lijken hoefafdrukken dat gevoel te logenstraffen. Mooi is het echter wel en inmiddels is het ook weer droog geworden. Mijn voeten zijn nog steeds nat en koud en ik denk erover om na het Witteveen de originele route weer op te pakken. Maar het verschil in afstand en tijd is zo marginaal, dat ik tòch de verlenging pak. Die verlenging valt toevallig samen met een blauwe paaltjesroute en is dus weer wat drukker.

En dan is er opeens een pick-nick-tafel. Onbezet, min of meer beschut en twee kilometer voor het einde van de tocht. Desondanks heb ik, naast kletspoten en kouwe voeten, ook een knorrende maag, dus neem ik, na tweeëntwintig kilometer, een korte pauze. Na de pauze vervolg ik de tocht via een smal, rustig paadje, wat uitkomt bij de Iberenplas. Langzaam komt het einde in zicht.
Bij de N374 pak ik mijn allereerste geocache nog even mee. Eens kijken of dat iets voor mij is. Wandelen en puzzelen tegelijk! Overigens, wie deze nìet kan vinden, heeft een (nieuwe) bril nodig. Makkelijker vind je ze niet, volgens mij!

Ik steek de Schoonloërweg over en loop via de Zwatte om het Elpermeer (of Zwarte Water.) Ofschoon de weg mij rechtstreeks naar de auto kan voeren, gaat de route, bij een parkeerplaats, die ik eerst als startpunt in gedachten had, nog even weer onverhard via het Drenthepad. Het is rustig op de parking, slechts één Opeltje staat er.
Hoe anders is het op de parkeerplaats van het Wolvenspoor! He-le-maal vol! En links en rechts van de Olde Hullenweg staan ook tientallen auto’s geparkeerd! Het is inderdaad een populaire wandelroute!

Met vijfentwintig kilometer is de Knapzakroute van vijftien kilometer, die ik verlengd had tot een Knapzakroute XL (van twintig kilometer,) een Knapzakroute XXL geworden.

Het Relive-filmpje

De routes in Viewranger en Komoot.

Plaats een reactie