Geen categorie

Pastime with good company

Na twee weken…. nou, stilstand is niet helemaal het goede woord, vorige week heb ik heel wat afgeslenterd in de jaarbeurs, tijdens Dutch Comic Con, maar toch twee weken zonder echte wandeling, was het 2 april wel weer tijd voor wat serieuze kilometers.


Leestijd: 10 minuten

Wandelvereniging “Eendracht” uit Assen organiseerde namelijk haar (normaal gesproken) jaarlijkse wandeltocht.  Met vijf afstanden, variërend in lengte tussen vijf en veertig kilometer, waren er twee mogelijke afstanden voor mij. De keuze tussen vijfentwintig of veertig kilometer hoefde ik zelf echter niet te maken: door een gebrek aan vrijwilligers en deelnemers (hoewel dat laatste natuurlijk vooraf moeilijk inschatten is,) werd de langste afstand geschrapt. En zo zat ik dus vast aan de vijfentwintig-kilometer-route.

Most die waarm aanklaid’n, ’t is nog oareg kôld,” krijg ik van Lena te horen, na een kort nachtje. Middagdienst, een inschrijving voor de MESA-marche die nog niet rond was, door financiële perikelen èn de jaarlijkse jetlag door de zomertijd, zorgden ervoor, dat ik pas om een uur of drie insliep. Assen heeft een aanrijtijd van drie kwartier (met speling dus een uur) en met een starttijd van 0830 uur gaat de wekker dus om half zeven. Zoals zo vaak speel ik met de gedachte om te blijven liggen: het is nog vroeg, het bed ligt lekker. “Mörg’n wordt het niks, din krieg’n we aalmoal reeg’n,” geeft Lena het zetje dat ik nodig heb: als ik wat wil, moet het vandaag gebeuren. Ik slinger de belangrijkste wandelattributen buiten het bed, pak mijn telefoon en pasjes en loop naar beneden voor het gebruikelijke wandel-ochtendritueel.

Most die waarm aanklaid’n!” Met Lena’s waarschuwing in het achterhoofd gaan de laagjes aan: wandelshirt, fleecejasje, colshawl, buitenjas, mutsdas. De handwanten gaan mee, maar laat ik nog even uit, net als Diva, waarna de uitrusting in de Mokka gaat en ik koers richting Assen zet. Bij Tjuchem wijk ik even van de route af. De lucht in het noorden is vuil-beige, met uitzondering van een klein stukje: rondom de pluim van de kolencentrale in de Eemshaven is het helderblauw. Het contrast en de “tegenstrijdigheid” treffen me, maar omdat ik inmiddels op een plek rijd, waar ik geen goede foto kan maken, rijd ik door Tjuchem richting De Hole. Tevergeefs, want de lucht is in beweging en het blauwe gedeelte is nu de centrale voorbij.

Enigszins teleurgesteld pik ik de route weer op en rijd naar de voetbalvelden van v.v. Asser Boys, van waaruit de tocht plaatsvindt. De koppel en rugzak gaan om en na het inschrijven in de kantine, gaan de wandel-apps aan en begin ik aan het rondje van vijfentwintig kilometer. Na het lege hoofdveld, mijd ik een (niet al te ruim bemeten) voetgangerssluisje, door via de wal van de sloot om het hek te lopen en sla rechtsaf. De route leidt door het Amelterbos en langs landgoed Valkenstein richting…, ja richting waar eigenlijk? Ik ben door mijn dienstijd en een Tambour-Maître-cursus wel een beetje bekend in Assen, maar dit deel ken ik volgens mij niet. En dat is mooi, zo zie je ook nog eens iets nieuws!

Most die waarm aanklaid’n.” Nou, dat warm, dat is gelukt. Op de Houtlaan is de mutsdas van het hoofd gegaan, in het Amelterbos heb ik de sjaal uitgedaan en in het Oosterpark gaat ook de buitenjas uit, het voelt al bijna zomers aan. Na het Oosterpark trekt een straatnaam mijn aandacht: Buizerdstraat. Eén van de locaties waar ik mijn cursus had, was in de Buizerdstraat of -laan, maar dat was achter het station en ik bevind me nu ergens in Assen-Noord, toch? Na de volgende bocht zie ik dat ik NIET in Assen-Noord ben: ik loop recht op de achterkant van station Assen af!

Mannes

Onder het spoor langs bereik ik het stationsplein, waar Mannes staat te glimmen. Mannes is een zes meter hoge hond, die in 2018, op dierendag, geplaatst is bij het nieuwe station. Na zeven maanden restauratiewerk (het beeld begon in 2020 wat gebreken te vertonen, stond er natuurlijk ook al twee jaar!) is Mannes vorig jaar teruggeplaatst. Het resultaat van de restauratie was niet naar de zin van de kunstenaar, wat inmiddels geleid heeft tot drie rechtzaken. De eerste is inmiddels geweest en Mannes mag (in ieder geval voorlopig) blijven staan.

Raaf

Langs landgoed Overcingel gaan we de bomenbuurt in en loop ik een stuk op met een medewandelaar. De man (80) is al weer volop in training voor Nijmegen. Langs het Wilhelmina-ziekenhuis komen we op bekend terrein voor mij: het Asser bos. Hoe vaak ben ik hier niet doorgekomen tijdens de (vaak vrijdaagse) veldloop? Nou, té vaak! Ik hield (en houd) niet van veldlopen, da’s rennen om het rennen. Dit deel van het bos kwamen we dan weer niet door, maar hier liep ik tijdens mijn Rondje om… Assen. Via een z-slinger, die een paar wandelaars achter mij afsteken, om dan vóór mij uit te komen, gaan we onder de Europaweg door en wandelen langs de Adventskerk, waarvan ik de toren in eerste instantie aanzie voor een watertoren. Ik heb “gain sloek op” (geen zin in) fotograferen, dus een foto van de kerk blijft achterwege en ik loop door naar het eerste pauze- en contrôlepunt, Eetcafé Lombok. Een kopje koffie gaat er wel in na ruim acht kilometer.

Raafconclaaf… of concraaf
Witte bolvormen

Most die waarm aanklaid’n.” Wanneer ik weer omhang, klinken de woorden van Lena weer in mijn hoofd. Waar het tot het Asserbos redelijk windstil was, werd het daarna toch wat frisser, dus doe ik maar weer een jasje aan. Niet mijn buitenjas, maar een dunnere softshell. Mocht je je afvragen waarom ik zo’n grote rugzak meesjouw? Nou, om dit soort dingen dus. Net goed en wel weer op pad, komt een fietster, die mij net gepasseerd is, terugrijden en vraagt of ik in training ben. Voor de Vierdaagse of zo? Nee, nou ja, niet voor DE Vierdaagse, wel een beetje voor EEN vierdaagse: de MESA…. als het tenminste goed gaat met de betaling, want dat is nog steeds niet opgelost. Het zijn natuurlijk Belgen… of eigenlijk: ils sont des Belges. Maar goed, ik leg uit dat ik meedoe aan een wandeltocht, waar ik gestart ben, waar ik naar toe ga… voor zover ik dat weet, de routebeschrijving heb ik nog niet nodig gehad.

Na het gesprekje loop ik langs het spoor naar de Diepstroeten. De verharde route had mijns inziens verbeterd kunnen worden, door het onverharde maaipad rechts van een boomsingel te gebruiken, in plaats van de verharde paden ter linkerkant. Inmiddels loop ik twee dames achterin, waarvan ik één ken. Niet IRL (in het echt,) maar van Komoot, Relive, de Tocht-om de Noord-faceboekgroep, virtueel zeg maar. Er volgt een typische reactie, wanneer ik mijn naam noem: “Ben jìj Hilko!” Ja, dat krijg je, wanneer je wat camera-shy bent.

Gedrieën wandelen we onder de N33 door, laten de stad achter ons en raken in gesprek over, hoe kan het ook anders, wandelen. Dame mummer twee is in training voor de (DE) Vierdaagse, maar heeft een blessure. Desondanks stappen we lekker door, alleen even stilstaand bij het monument voor de bemanning van een neergeschoten Lancaster-bommenwerper aan het Propellerpad, om daarna onze weg te vervolgen.”

Most die waarm aanklaid’n! ” Mijn softshell is bijna al weer te koud aan. Hier tussen de landerijen heeft de wind meer vat en bovendien wordt het bewolkt. Het begint zelfs licht te sneeuwen! Dit wordt zo’n dag met vier seizoenen op één dag. Zolang ik in beweging ben, is er overigens niets aan de hand, dus stappen we druk pratend verder naar de tweede stop: Café Popken in Ekehaar. Na vijftien kilometer stappen we de “jachtwaaid” (gelagkamer) binnen.

Soep mit kovvie

Most die waarm aanklaid’n.” In het café is een T-shirt eigenlijk wel genoeg, dus gaat de bepakking af, de jas uit (het fleecejasje blijft wel aan) en zoeken we een plekje. De meeste stoelen zijn bezet, dus wordt het een barkruk. Een kop koffie gaat er wel in en gezien het tijdstip (het is bijna twaalf uur) lust ik ook wel een kop soep. Groentesoep met worst en ballen staat op het menu, het smaakt me goed. Na een dikke twintig minuten hang ik weer om en stap ik naar buiten voor de laatste tien kilometer. Mijn partners in crime zijn ook klaar en gezamenlijk stappen we richting Eldersloo.

Ik heb nog geen twee stappen gezet, of ik herken het hier. Hier ben ik eens geweest met Lena, mijn moeder en mogelijk één of beide dochters, daar laat mijn geheugen me even in de steek. Er liep wel een grote kudde kippen en hanen aan de overkant, dát weet ik me wel te herinneren over Ekehaar. En Ekehaar, daar was nog iets mee, was dat niet tijdens het ritje in Annekes kever? Maar dat is een heel ander verhaal.
In goed gezelschap loop ik Ekehaar uit, nog steeds (of weer) druk in gesprek, waarbij ik (als man zijnde) soms net iets te veel informatie krijg😂

Wederom krijgen we een sneeuwbuitje op de kop, al zijn het maar een paar vlokjes, terwijl we onverhard naar en daarna langs de N33 lopen. Ik herken het pad aan de andere kant, daar loopt mijn Geocache-route Deurzertrail. We worden onder de N33 door geleid. “LET OP: BUKKEN!” meldt de routebeschrijving. Eén van de dames kan er rechtoplopend door, ìk niet. We lopen langs het Deurzerdiep en een aantal details van de Geocache-route komen bovendrijven. De fee aan het paaltje, de twee nutteloze hekjes (want geen afrastering ertussen.) Ik loop (tegendraads als ik ben) dóór de hekjes, de dames volgen.

Na een klein stukje van de Geocache-route komen we weer op (mij) onbekend terrein en komen de outskirts van Assen weer in zicht. Langs de rand van de stad lopen we naar een punt in de routebeschrijving, waarvan ik me afvraag, wasrom het erin staat. Er volgt namelijk een omleiding, we moeten de pijlen volgen. Maar als je in de routebeschrijving melding maakt van die omleiding, kun je toch ook die route beschrijven? Maar goed, we volgen de pijlen. Jammer genoeg mist de eerste. De route was tot nu toe uitstekend bepijld, dus waarschijnlijk kon één of andere onverlaat zijn handen niet van andermans spullen afhouden. Iets verderop is de volgende pijl gelukkig te zien, zodat we de goede kant op kunnen, richting contrôle-/rustpunt nummer drie: cafetaria Vreedeveld. Zowel mijn metgezellinnen als ik ruiken de finish en we laten de marskaart parafiëren en marcheren verder.

Dat we ìn Assen zijn, wil niet zeggen dat we er niet weer ùit kunnen! Na een klein stukje stad volgt namelijk nog een lusje naar het Poepenhemeltje. Mij hoor je niet klagen, er zijn mindere routes te bedenken. Na het oversteken van de Rolderhoofdweg, gaan we weer onverhard. Wanneer ik een balkenbruggetje zie, kan ik het niet laten er over te lopen (had ik al gezegd, dat ik tegendr… oh ja, dat had ik.) Het ontlokt één van de dames de opmerking: “Had dat even gezegd, dan had ik een foto kunnen maken!” Eeh, ja, camera-shy hè. Het was wel een leuke foto geweest, denk ik. Na het Poepenhemeltje volgt een vlonderpad, waar we gewaarschuwd worden: “Let op!” Let op? Wáárop? Nou, op een paar doorgezaagde vlonderplanken, dáárop dus. Ik stap voorzichtig over het daardoor onstane gat en na nog twee, meest onverharde kilometers komen de velden van v.v. Asser Boys weer in zicht. Op het hoofdveld zijn de Boys nu aan het voetballen.

In de kantine melden we ons af en mag ik kiezen uit twee verschillende medailles. De wandelvoetjes zijn leuk, maar ik ga toch voor de klassieke ronde, past beter bij de verzameling. Na het nuttigen van een Rivella schieten mij opeens twee dingen te binnen: ik heb mijn wandelboekje nog niet af laten stempelen en de wandelvereniging Eendracht geeft een routeboekje uit met vier wandelingen vanuit Borger, het Klaverblad (vier wandelingen, vier richtingen, klavertje vier, snappie?) Dus nog snel weer naar de inschrijf-/afmeldtafel annex wandelshop, alvorens terug te keren naar de Mokka. Op de parkeerplaats neem ik afscheid van Gezina en Trienke en rijd terug naar huis.

Vinden jullie dit ook op een (lelijke) paashaas lijken?

Maar ik vraag me nu toch iets af. Hebben de Asser Boys ook een dameselftal? En zo ja, hoe noem je die dan????

Een gedachte over “Pastime with good company”

  1. Opnieuw een prachtig verhaal Hilko en je hebt er weer een fraai stuk van gemaakt. Gelukkig ben je er weer! Je werd al gemist..(zol e zaik weez’n?) Je liep deze tocht maar een klein stukje voor ons aan🥾… het leest nu alsof ik steeds net achter je aan loop ‘en dan ben je alweer verdwenen bij de volgende bocht’. Die foto/de beeldengroep met de raven: staat ook In de ‘middle of nowhere’ van Wessinghuizen. Tijdens het Pronkjewailpad Oost gespot. Grappige ontdekking. Ik kijk al weer uit naar je volgende verslag.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie