Paaltjesroute

J-oehoe!

“Een horizontale spleet, vlak naast een groen bosje, daar zit-ie,” vang ik op. Ja, dûh, dat kan dus overal zijn! Maar opeens: “Ja, doar is e!!”


Leestijd: 7 minuten

Zondagmiddag, Eerste Paasdag. De paasbrunch (nou ja, meer een laat ontbijt) is een beetje gezakt. Buiten is het prachtig weer en de hele middag ligt nog voor ons. Ik geef een klein voorzetje (“’t Is wel lekker weer boet’n“) en Lena kopt hem keihard in: “we kinn’n nog wel eev’m aan de wandel.

Een wandeling van ongeveer tien kilometer moet kunnen, volgens haar, dus check ik de Achterhoek-app. Bij Winterswijk zijn maar liefst twee paaltjesroutes van nét geen tien kilometer en ééntje van elf. Die laatste loopt langs Corle en volgt onder andere een route die we met Diva gelopen hebben, toen we daar in een vakantiewoning zaten, om het Noaberpad te wandelen. Dat trekt Lena minder (“Dat hebb’n we apmoal aal zaain!”) De route De Oude Aarde heeft grote aantrekkingskracht op mij, grotendeels door een bijgevoegde foto van een overwoekerde steengroeve. Een beetje een Indiana Jones-gevoel krijg ik erbij. Lena kan zich er ook in vinden en na het vastsnoeren van de wandelschoenen, gaan we met de Mokka naar het in de app genoemde beginpunt.

Daar kan ik echter niet echt een parkeerplaats ontdekken: parkeren bij een vakantiepark, waar je niet verblijft doet wat ongemakkelijk aan en een echt grote parkeerplaats lijkt er ook niet te zijn. We rijden wat rond tot ik een groeve aan de linkerkant zie. Links in de berm staan auto’s geparkeerd, rechts geldt een parkeerverbod. Er is nog ruimte, dus ik vind dit een goede optie. Mijn plan om te keren en terug te rijden…. nou ja, dat blijft bij een plan, maar na een tweede rondje, waarbij de parkeerplekken die er de eerste keer niet waren, er nog steeds niet zijn, druk ik de Mokka bij de groeve in de berm. Bijkomend voordeel van hier starten is, dat je op deze manier “the best for last saved.”

Coulissen

We starten de route, onverhard, tegenover de ingang naar de (oude) groeves, zodat we het rondje met de klok mee lopen. Niet met een reden, het is gewoon de eerste pijk die we zien. Meteen zit ik op een geel-rood gemarkeerde route: het Scholtenpad loopt hier ook langs….. en dat vind ik voor de verandering niet erg! Zo heb ik van de zomer een excuus om de groeve nog een keer te bezoeken.

Meer groupies!

Vlak voordat het Scholtenpad afbuigt, komt een aantal koeien in het weiland naast ons even poolshoogte nemen. Terwijl Lena doorloopt, probeer ik ze op de foto te zetten. Wanneer ik Lena weer probeer bij te halen, lopen ze met me mee, nog meer groupies!! Eéntje wurmt zich door de, in een hoek verzamelde kudde heen, om mij vooral maar niet uit het oog te verliezen. Ik heb fans, joehoe!

We steken de klinkerweg over, wat tot klaaglijk geloei van mijn aanbidsters leidt en vervolgen de route wederom over zandpaden. Bij een boerderij is een zitje gecreëerd en zijn versnaperingen verkrijgbaar, een Rustpunt, die geen Rustpunt is, maar stiekem toch wel. Ik ga als… eeh…, ik bedoel vóór een raket, het begint namelijk warm te worden. Na een bruggetje over de Willinkbeek, volgt een lang zandpad, waar de jas uit gaat, het zweet breekt me inmiddels uit.Wanneer het zandpad op is, gaan we over op de Bekeringweg en zitten we voorlopig vast aan klinkers. Het Keltisch Koffiehuis van Rosenhaege Living Gardens is gesloten, dus een Irish Coffee zit er niet in.

De klinkerwegen komen licht bekend voor… we zijn hier tenslotte al twee keer langsgereden. We slaan af naar de Vosseveldweg, ook klinkers, om na Hofparken Wiltershaar de Wilterinkweg op te slaan. Daar begint de tocht op een striptease-act te lijken, want ook mijn sweatshirt gaat uit, “’t waarmt oareg deur!” Wanneer we via de Fukkinkweg (Lena vond dat een hilarische naam) een halvemaanvormige lus terug naar de Vosseveldweg lopen, komen we tussen twee hoogtes in, waardoor het nog warmer begint aan te voelen. Mijn laatste laagje laat ik voor ieders bestwil echter gewoon aan.

Silo Art

De Vosseveldweg brengt ons voorlopig de laatste klinkers en via een zandpad lopen we, inmiddels weer over het Scholtenpad, terug naar de Steengroeveweg, waar, en dit ga je niet geloven, de steengroeve aan gesitueerd is! Het bedrijfsgedeelte is uiteraard niet toegankelijk, een foto maken van het industrieël smalspoortreintje kan altijd, die staat vlakbij het hek. Zo dicht, dat een mooie foto maken niet lukt, ook niet met enige creativiteit. De beschilderde silo’s (onderdeel van de Silo Art Tour Achterhoek) zijn wél op de gevoelige plaat te krijgen, waarna we verderlopen naar ons beginpunt. De Mokka staat nog keurig op zijn plek.

Voor we echter terugkeren naar Vragender, is het tijd voor “the best” dat we “for last gesaved” hebben: de groeve. Nou ja, de groeve! De groeve zelf is slechts onder leiding van een gids toegankelijk, op bepaalde tijden, maar er is een kijkwand, waarvandaan je in de groeve kunt kijken. En daar is soms iets te zien. De website van de Achterhoek wist mij namelijk vlak voor de wandeling te melden, dat heel Nederland inmiddels weet, dat in de groeve een Oehoe broedt. Heel Nederland….. minus twee, want óns was dat even niet verteld! Maar nu weten we het wel en dus moeten we in ieder geval een poging wagen hem en/of haar te zien, we zijn er nu toch. Ik schat de kans overigens niet zo hoog in.

Steengroeve.

Een oudere dame, die bij de ingang foto’s verkoopt, weet echter te melden, dat het beest ergens halvervege de groeve, halverwege de hoogte van de wand, bij een groen  bosje zit. Waar ze meteen aan toevoegd, dat de meeste bosjes al behoorlijk groen zijn. Bij de kijkwand is het behoorlijk druk, maar na een minuut of vijf, tien, weten we een kijkgat te bemachtigen en is het zoeken geblazen. Ik vang wat info op over de precieze plek: bij een horizontale spleet, naast een goene struik…. dùùùs. De hele wand bestaat uit horizontale spleten en, zosls de dame bij de ingang al zei, de meeste struiken en bosjes zijn groen. Maar nadat ik eerst een verkeerde spleet te pakken heb, meen ik opeens bij een andere spleet, iets hoger, een silhouet te ontwaren.

Ja, doar zit ‘e,” wijs ik Lena de uil én de uilskuikens (er schijnen twee te zijn) en ook die weet ze te spotten. De foto’s zijn wat minder, maar er is een Oehoe van te maken. Terug bij de ingang, raken we wederom in gesprek met de oudere dame, die een soortgelijke camera heeft als ik, maar van ern ander merk (Nikon) en met nog meer zoom (3000 mm, tegen 1100 mm van mijn Panadonic.) Het ding heeft voor mij echter twee nadelen. Ten eerste het gewicht: ik heb nu 600 gram op de schouder hangen, de Nikon weegt bijna anderhalve kilo. Maar goed, dáár kan ik denkelijk wel mee leven. Het tweede punt is een veel groter probleem: hij kost elf-, twaalfhonderd euri!! Dat krijg ik er bij het hoofd financiën niet door. Nu niet en waarschijnlijk nooit niet.

Ik start maar een crowdfundingactie, denk ik.

Plaats een reactie