Regiopad, Westerwoldepad

Een rondje wat geen rondje was… maar toch ook weer wel

In de verte luidt een klok, ik kijk op mijn horloge: ik ben al een uur aan de wandel en de teller staat nog niet eens op vier kilometer! Dit kon nog wel eens een latertje worden!!


Leestijd: 25 minuten

Met de Vierdaagse achter de rug en twee weken stilstand (stromende regen is niet echt aanlokkelijk weer voor een wandeling) vond ik het wel weer tijd worden voor een lange tocht. Uiteraard dienden zich de vragen “wat” en “waar” aan. Op Wandel.nl zag ik geen georganiseerde tochten en eerlijk gezegd verlangde ik wel naar een rustige (eenzame) tocht in de natuur. Daarmee was het “wat” beantwoordt, maar het “waar” nog niet.

Ik ben natuurlijk bezig met het Stellingenpad, maar anderhalf uur rijden naar het eindpunt van mijn eerste etappe vond ik te ver. Het Hondsrugpad verder lopen was ook een optie, maar daar zit ik nog met een probleempje: ik loop van H naar H en ik kan voor de volgende etappe nog geen bevredigende H als eindpunt vinden. Beide opties betekenden bovendien dat Lena mij zou moeten brengen en halen (ik loop alleen, dus met twee auto’s “poolen” werkt in dit geval niet) en zij had nog het nodige wasgoed liggen. Zij zag mij dus graag een rondwandeling maken, kon ik gewoon zelf met de Mokka heen en weer. “Gaaist aarg’ns in Westerwôl loop’n,” waren haar woorden. Ondanks het feit dat ik daar twee maanden terug de Trage Tocht Vlagtwedde liep en ook de Tocht om de Noord daar over anderhalve maand op het program staat (en dan heb ik het nog niet eens over de flower-power-party van een v….riendin,) kon ik mij daar wel in vinden, sommige omgevingen vervelen nooit.

Deze geel-blauwe vlaggetjes gaan we volgen

Vervolgens moest alleen nog maar een geschikte wandeling gevonden worden. De Trage Tochten, Groene Wissels en rondwandelingen van Wandelen in Westerwolde konden mij echter maar matig bekoren en een Geocache-route van twintig kilometer leek mij te lang, vier uur looptijd en daar bovenop een stuk of vijftien caches zoeken en loggen èn foto’s maken,  dat kon wel eens een latertje worden. Ik kreeg meer en meer de jank noar ‘t Westerwoldepad. Dat is een soort lokaal Lange Afstandswandelpad cq. Streekpad van bijna honderd kilometer door, geloof het of niet, Westerwolde. Maar honderd kilometer in één dag, dat wordt me toch echt te gortig, ’t is geen Dodentocht! Dat betekende dus, dat ik van A naar B moest lopen en dat was, zoals gezegd, nou net nìet de bedoeling. Ik probeerde nog oplossingen te vinden (het pad volgen van A naar B en via een andere, zelf bedachte route weer van B naar A lopen,) maar dat ging me om de één of andere reden steeds meer tegenstaan. Bovendien had ik ook een beetje mijn zinnen gezet op starten in Smeerling, gezien het gejodel tijdens de Trage Tocht, zodat de rest van Westerwolde buiten beeld bleef.

En dat bleek een goede keuze!!

Nadat ik namelijk alle etappes van het pad in Locus geïmporteerd had, zag ik dat bij datzelfde Smeerling de lijntjes van de route van èn naar Wedderveer (het meest Noordelijke punt van het pad) erg dicht bij elkaar lagen: slechts anderhalve kilometer zat er tussen oost- en westtak! Na het intekenen van de route Smeerling-Smeerling, bleek die bovendien ongeveer achtentwintig kilometer te meten, precies goed.

En zo gaat deze zaterdagochtend om kwart voor vijf de wekker. Of ik wel helemaal lekker ben? Ja, dat vraag ik me ook geregeld af. Ik wil echter proberen de zonsopkomst mee te maken en die is ’s zomers nu eenmaal vroeg. Bovendien lijkt het tot een uur of twee droog te blijven, dus door vroeg te starten, ben ik voor de bui(en) weer binnen. Is het plan! Na het ontbijt laat ik Diva nog snel even uit en daarna vertrek ik richting Smeerling. Reed ik vorige keer na Vlagtwedde weer terúg naar Vlagtwedde, nu weet ik dat ik réchtsaf moet slaan en niet línksaf, zodat ik om even over zes een lege parkeerplaats opdraai. De wielewaal laat zich deze keer helaas niet horen, dus de rugzak gaat om, de camera op de schouder en na nog een korte blik naar het zuiden (zijn er nog reeën te zien? Nee dus.) stap ik af en zoek de geel-blauwe markeringen, die mij, via Wedde, Wedderveer en Onstwedde weer terug moeten leiden naar deze parkeerplaats.

De eerste meters voeren over dezelfde route als de Trage Tocht, maar bij de voorde scheiden de routes en loop ik richting het beschermde dorpsgezicht van Smeerling. Een vreemd geluid klinkt aan mijn rechterhand. Het klinkt als een kat, maar ook weer niet. Is het een ree? Een vos? Misschien tóch een vogel? Ik speur het water en de oevers van de Ruiten Aa af, voor zover de begroeiing dat toelaat, maar zie niets bijzonders. Het geluid klinkt weer, lijkt van de tegenoverliggende oever te komen. Ik kijk nog eens aandachtig, zie iets bewegen in de roegte. Twee reebruine ogen boven een sik gloep’n mie aan vanuit het hoge gras: het is een doodgewone geit! Een koppeltje schapen aan mijn kant van het water lijkt me spottend aan te kijken. Ik zet weer aan, volg de route die ik tijdens de Trage Tocht (in tegengestelde richting) had moeten nemen en kom in het dorp… of is het een gehucht? Er staat geen kerk! Er staat sowieso niet zo héél veel in Smeerling: acht boerderijen, volgens Wikipedia. Desondanks zijn er een horecagelegenheid (Gasterij Natuurlijk Smeerling,) een schoonheidssalon en een antiek (curiosa) zaak: Smeerling Antiek. Een bordje bij laatstgenoemde laat weten, dat men gesloten is. Ik had om twintig over zes ’s morgens eerlijk gezegd ook niet anders verwacht!

Na een klein stukje langs de Onstwedderweg loopt het pad terug naar de Ruiten Aa, om onder de brug door, voornoemde weg te passeren. Da’s tenminste de bedoeling! Waar ik alle andere keren gewoon doorstiefelde, vraag ik me nu af of dat wel verstandig is, van een pad is namelijk geen sprake meer! Door de overvloedige regenval van de afgelopen weken staat het water van de Ruiten Aa zo hoog, dat ook het pad ondergelopen is. Het is echter ook de enige manier om het Westerwoldepad te kunnen vervolgen, dus schuifel ik voorzichtig, uiterst rechts houdend, door het water. Het blijkt slechts een centimeter of vijf, zes diep, zodat ik met droge voeten weer naar de oever kan klimmen. Rechts kleurt de zon de wolken boven Vlagtwedde, links ontneemt het struikgewas het zicht op de Aa en boven me klinkt het schorre geluid van een nijlgans, die met veel misbaar overvliegt. Onverhard volg ik de loop van het water, het zicht op Vlagtwedde wordt beperkt door iets wat op wietplanten lijkt. Ik begrijp opeens waarom mensen Westerwolde zo mooi vinden😂😂 (Ja, ja, dit is vezelhennep, dat weet ik wel!)

Aan de dood ontsnapt: ik heb ze niet geplukt 😁

Waar bij de brug alleen de schoenen door het water gingen, worden nu ook de broekspijpen nat. Het gras staat enkelhoog en zo ’s morgens wìl dat nog wel eens vochtig zijn. Het wordt niet zó nat dat het water bij de schoenen inloopt, dus ik vind het prima, droogt straks wel weer op. Nadat ik stilgestaan heb voor foto’s, zie ik opeens een ree doodgemoedereerd grazen. De camera, die ik net weer op de schouder geklikt heb, gaat weer in de hand en ik schiet er op los. Mevrouw heeft me door, zit me tenminste af en toe aandachtig in de gaten te houden, maar besluit blijkbaar dat ik geen bedreiging vorm en graast verder. Rechts ontwaar ik opeens nóg twee reeën, die minder vertrouwen in het oordeel van nummer één lijken te hebben. Terwijl ik de eerste, die vlak aan de route staat, heel behoedzaam nader, gaan zij er, na mij een tijdje angstvallig in de gaten te hebben gehouden, op een drafje vandoor. Nummer één graast rustig verder, tot ik wel héél dichtbij kom, waarop ze, op zien elv’ndattigst (heel langzaam) de afstand tot mij vergroot. Wanneer ik mijn snelheid weer opvoer, is dat voor haar het sein om er ook al springend vandoor te gaan.

Nee, vandaag maar niet door de voorde!

De camera gaat weer op de schouder wanneer het water voor de tweede keer mijn weg verspert. Deze keer is het de voorde, die ik tijdens de Trage Tocht miste en waar ik ook nu niet doorheen zal waden. Hoewel ik normaal gesproken het water zou hebben verkozen boven de brug (die iets verderop ligt en waar de route officiëel langs gaat,) weet ik na een paar stappen al: dit gaat hem niet worden. Het water staat al bijna tot de enkels en het lijkt nog dieper te worden. Als ik bijna terug zou zijn, had ik het misschien geprobeerd, nu lijkt me dat niet verstandig en opteer ik voor de brug. Na de brug steek ik het fietspad over, dat van Smeerling naar Ter Wupping voert en volg de markering, die gelukkig het onverharde alternatief volgt. Alhoewel, gelukkig? De regen heeft niet alleen gezorgd voor een hoog waterpeil in de Ruiten Aa, ook dit (zand)pad is er behoorlijk drassig van geworden. Hoefafdrukken laten zien dat paarden er probleemloos langs kunnen, wandelaars is een heel ander verhaal. Teruggaan staat vast wel in mijn woordenboek, maar dat ga ik natuurlijk niet doen! Omzichtig zet ik mijn voeten op de minst natte stukken en ploeter door de plassen. Soms is het echt verstand op nul, voet neerzetten en hopen dat de grond niet meegeeft. Soms is dat ijdele hoop, vandaag gaat het goed en zonder nat pak weet ik vastere grond te bereiken.

Na de brug over het Mussel Aa-kanaal ga ik linksaf en kom voor even op onbekend terrein. Wanneer de route even later rechtsaf gaat, kom ik weer op de (ad-hoc aangepaste) route van de Trage Tocht, hoewel ik dat niet door heb. Twee spechten schieten  van boom naar boom. Eéntje (ongetwijfeld het vrouwtje) heeft kabaal voor twee, het mannetje houdt zich stil, krijgt er toch geen woord tussen. In Ter Wupping kom ik wederom op onbekend terrein. Afgeschermd door een rij bomen zie ik weer een drietal reeën in een grasland struinen. Deze keer is het een reegeit met twee kalfjes. Hoewel moeder af en toe mijn kant op kijkt (hoort misschien het klikken van de camera,) blijft het gezinnetje rustig grazen. Vlak voordat ik het bos inga en de bomen de reeën aan het zicht onttrekken, zoeken ook moeder en kinderen de beschutting van het woud, blijkbaar vind moeder het nu spannend genoeg worden. Als ik een bocht omsla, meen ik iets bekends te zien, hier spotte ik op het Noaberpad toch ook een ree? Volgens Locus niet, want als ik later de plek op de kaart probeer te vinden, loopt het Noaberpad daar niet langs. Blijkbaar lijken toch alle bomen op elkaar.

Het Noaberpad doet iets verderop wel zijn intrede en een bankje staat heerlijk idyllisch bij een vennetje. Pauze met een view, het lijkt aanlokkelijk, maar hoewel ik al anderhalf uur loop, zit ik nog niet eens op zes kilometer. Het tempo van Nijmegen haal ik bij lange na niet! Er valt ook een stuk meer te fotograferen èn ik sta natuurlijk minder op tijd dan daar. Maar na zes kilometer al pauze, nee, dat gaan we niet doen. Ik loop door tot ongeveer tien kilometer, althans, dat is mijn plan. Het pad waar ik nu loop komt mij vaag bekend voor, ik herken het van het Noaberpad. Links vermoed ik een brug (terecht, bij Wessinghuizen,) waar het Noaberpad naar toe gaat, terwijl ik rechtsaf sla naar de Veelerweg. Aan de overkant gaat het langs een sloot, waar de reuzenbalsemien welig tiert. Hommels en bijen visiteren de bloemen op zoek naar nectar.

Na anderhalve kilometer komt het Noaberpad weer langszij en onmiddellijk herken ik de omgeving. Hier líep ik wel op het Noaberpad, maar dat moest niet, ik was een afslag vergeten! Extra kilometers, zeg maar. In de verte spot ik nog een wandelaar, die uit de richting komt, waar het Noaberpad eigenlijk afbuigt. Hij is niet alleen: een zwarte labrador komt mijn kant op rennen. Het roepen van het baasje stopt hem even. “Hai dut niks hor, hai is allenig ‘ n beetje entausjast!” Ja, dat had ik al door. De labrador vat deze “waarschuwing” op als een sein om verder te rennen, gaat vervolgens plat liggen, als een border collie die schapen drijft en komt daarna weer in volle vaart op mij afstuiven om mij te begroeten. Een lange lijn kwijl hangt uit zijn mondhoek en is opeens verdwenen, ik wil geloof ik niet weten waar het gebleven is. Een gesprek met de baas volgt over wandelen, Westerwolde (hoe mooi dat het is,) ruilverkaveling en nostalgie. Het is een leuk gesprek, maar met praten maak je geen kilometers,  dus nemen we afscheid en loop ik verder, richting de Giezelbaarg, in ’t Olands: Geselberg. Het naargeestige krassen van een kraai, hoog in een boom, doet, als je hier zo alleen loopt, griezelig aan. Griezelbaarg zou ook wel een goede naam zijn. Dat Geselberg geeft namelijk de functie van de plek feilloos aan: een plek van marteling en terechtstelling. De vonnissen die in de burcht van Wedde geveld werden, werden hier ten uitvoer gebracht. Heksenverbrandingen, ophangingen, geselingen, nee, gezellig kun je de geschiedenis van de Giezelbaarg niet noemen. Misschien spoken de geesten van, al dan niet terecht  terechtgestelden, hier nog wel rond😱 Nazaten van één van de verbrande heksen hebben hier een pagan monumentje opgericht…… wellicht beoefenen ze zelf ook de zwarte kunsten?😁

Ja, mooi uitzicht, maar daarna moet je wel weer opletten!

Ik laat dood en verdoemenis achter me en loop naar de N368, de grote weg van Winschoten naar Vlagtwedde…en din deur. Dit stukje is wat minder, al buigt de Wedderstraat al snel van de snelweg vandaan. Vlak voordat ik Wedde binnenloop, kijk ik naar links. Daar, door de velden, lijkt me leuker dan hier, door de bebouwde kom (had ik al eens genoemd dat ik niet zo van wandelen in de bebouwde kom houd?) Er begint ergens in mijn achterhoofd iets te knagen, er klopt iets niet. Ik heb de route in Locus op de kaart gezien en daar leken er maar aan één kant van het pad huizen te staan, hier staan er aan weerskanten van de weg huizen. Eén blik in Locus vertelt me wat ik al wist, maar eigenlijk niet wil weten: ik loop verkeerd. Door het uitzicht over het Veelerdiep heb ik een markering gemist! S#☆#, en nu? Doorlopen, dan kom ik vanzelf weer op de route, of teruggaan en de mooie route volgen? Teruggaan doe ik normaal gesproken natuurlijk niet, maar in dit geval maak ik een uitzondering. Om de schade binnen de perken te houden, snijd ik een klein stukje af, want het is al eerder misgegaan, dan ik in eerste instantie dacht.

De officiële route heeft als voordeel, dat de hoeveelheid bebouwde kom tot een minimum beperkt wordt. Helaas blijkt het voor mij nog iets te veel, want ik mis wederom een markering. De lus om de begraafplaats is natuurlijk maar een dooie boel, dus ik loop nu wel door en begin uit te kijken naar een bankje. Ik zit op ongeveer tien kilometer van mijn geplande tocht, hoewel ik daar bijna veertien kilometer voor nodig heb gehad en ik vind het tied veur kovvie! Naast koffie heb ik ook een thermosfles met bouillon mee. Helaas is het de oude, waar ik altijd koffie in had en er is een reden dat ik een nieuwe heb: de koffie is nog lekker warm, de bouillon begint al aardig af te koelen. Een boer is zijn bieten aan het “ietsen.” Wat “ietsen” is? Ja, dat weet ik niet, hij doet iets, met een apparaat met rubber rollen en ijzeren stangen, maar waar het voor dient? Geen. Flauw. Idee! We steken als groet een hand op en hij “ietst” verder. Na een kwartiertje, waarin een aantal honden uitgelaten worden, gaat alles weer in de rugzak, hang ik weer om en vervolg mijn pad, richting Wedderveer.

Misschien zijn hogere paaltjes toch beter.

De route is weer bekend terrein, want gaat afwisselend over Noaberpad en Pronkjewailpad. Via de Wedderbergen gaat het naar het Paviljoen Weddermeer. Hier mis ik wederom een markering, doordat ik de markering voor de tegengestelde looprichting aanzie voor een pijl naar links. De pijl naar rechts zie ik niet. Gelukkig heb ik de GPS-track en met wat goede wil vind ik de route, gele en blauwe verfstrepen op een boom vertellen dat ik op het juiste spoor zit. Maar helemaal zonder GPS kan ik niet, want bij de volgende richtingswijziging is de markering onzichtbaar. Noaberpad gaat naar rechts, wandelnetwerk ook, maar Westerwoldepad?  Geen idee. De markering gaat namelijk schuil achter roet (onkruid.) En dat blijkt niet de enige hindernis, want op een aantal plekken liggen boompjes over het pad, ook hier zijn stukken drijfnat en soms is het hele pad niet meer te zien, doordat het bijna compleet overgroeid is, zo wordt het een soort hindernisbaan! Maar daar draait Hilko zijn hand niet voor om en ik klauter over bomen, zoek een alternatieve route om droge voeten te houden en baan me een weg door struiken en kreupelhout, Indiana Jones is er niets bij!! Ik ben nog niet eens halverwege en heb al genoeg materiaal voor een héél boek!!!

Maar laten we eerlijk zijn: als er niets gebeurt, wordt het wel een heel saai verslag. “Drie keer rechts en twee keer links, de Mokka staat nog steeds op de parkeerplaats, klaar.” Da’s niet leuk toch? Het avontuur wordt nu gelukkig wel weer wat minder en onder een prachtig blauwe lucht kuier ik terug naar Wedde. Een viertal ooievaars loopt niet al te ver van mijn beoogde route en ik vraag me af wanneer ze het hazenpad kiezen, al heb ik een haas nog nooit zoen vliegen. Eén vliegt inderdaad op, maar na een rondje landt hij evenzo snel weer, blijkbaar zijn ook deze gevederde vrienden niet bang voor mij. Ik neem honderd meter Wedde mee en met zicht op de burcht van Wedde loop ik de velden weer in. Bekend terrein, want hier liep ik over het Noaberpad en de Pronkjewailpaden Noord en Oost, waarbij ik tijdens de laatste op dit stuk opliep met twee andere wandelaars: Herman Stuut en Henk Jan van der Klis. Mijn gedachten gaan naar Henk Jan, die (officiëel) één dag jonger was dan ik, maar een paar maanden na deze ontmoeting plotseling overleed. Dat kwam toen wel even binnen!

Ik word uit mijn overpeinzingen gehaald door een markering, die me naar rechts wijst. Voor mijn gevoel moet ik over een dijkje, maar die ziet er vrij ongerept uit, een smal platgetrapt spoor in het veld ernaast lijkt meer belopen, al lijkt het verderop in het struikgewas te eindigen. Wat takken en bladeren opzij duwend komt dan toch weer een pad tevoorschijn. Steeds meer bekruipt mij het gevoel, dat het Westerwoldepad vooral heel erg onontdekt is, ’t is geen Pieterpad, zeg maar. Dat is geen straf, want het is heerlijk rustig… tenminste, qua mensen. De dierenwereld is minder rustig. Hoog boven in de lucht roept een buizerd. Die roep wordt beantwoord door een stuk of drie soortgenoten in de bomen rondom mij. Hoe dichterbij ik kom, hoe meer kabaal ze maken, tot de kreten opeens verder weg klinken en ze blijkbaar verkast zijn. De rust keert weer, maar nu word ik belaagd door neefjes. Zodra ik stilsta, vallen de kleine bloedzuigers aan, zodat het zaak is in beweging te blijven, maar een felblauwe vlinder noopt mij toch om halt te houden, voor een foto. Nèt op dat moment besluit de accu van de camera dat-ie leeg is. Gelukkig heb ik een tweede en zodra ik die geïnstalleerd heb…. vliegt de vlinder weg, die beesten doen het erom! Ik probeer het nog een keer, maar hij krijgt het aan de stok met een tweede blauwtje, waarna ze beiden de vleugels stijf dichtgeklapt houden.😔

Na het oversteken van de “J-Double U-Ké-bridge” loop ik om luchtkuuroord Wessinghuizen en langs rogge- en boekweitvelden ga ik richting de uitkijktoren bij Ter Wupping. En daar lijkt het alsof ik de eerste èchte wandelaars (de hond uitlaten valt bij mij niet onder wandelen) tegenkom, maar het blijken twee fietsers te zijn, die ook een andere richting inslaan. Vlak voor de uitkijktoren kom ik weer bij een voorde en omdat hij ondiep genoeg lijkt, schuifel ik door het water, dat tot mijn enkels reikt, de Meindls geven geen krimp. Bij de uitkijktoren is het vervolgens tijd voor pauze. De koffie is nog steeds warm, de bouillon, nou, lauw is nog te veel gezegd! Tijdens mijn maaltijd komen dan toch de eerste échte wandelaars, die op de uitkijktoren stonden, voorbij. Het zullen ook de enige blijven.  Een gesprek over het schitterende weer en de eveneens schitterende omgeving volgt, waarna zij hun weg vervolgen in de richting vanwaar ik kwam.

Ook ik hang weer om en na een bezoek aan de uitkijktoren zet ik aan voor de laatste tien kilometer, die grotendeels over onbekend terrein gaan. Volgens het stel bij de toren gaat het om vier uur plenzen, maar daar is nu nog niks van te merken ennik hoop voor vier uur ook wel bij de auto te zijn! Een bekend geluidje klinkt: tjip di-dip, tjip di-dip. Dat heb ik thuis ook al eens gehoord, maar wat was het ook al weer? Birdnet geeft geen resultaat, waarschijnlijk te zacht of te veel ruis. Youtube levert beter werk, want ik ben er opeens vrij zeker van, dat het kwartels zijn en een filmpje proves me right.

Toch weer gladiolen!

Na een derde voorde, die ik ook oversla, lijkt toch te diep, gaat het weer voornamelijk onverhard naar Onstwedde. Maar na de toren leek de markering minder te worden en hoe dichter ik Onstwedde nader, hoe vaker ik de telefoon nodig heb. Op cruciale plekken staan geen, of summiere aanwijzingen. In tegenovergestelde richting lijkt de boel wél op orde, maar als je, zoals ik, tegen de stroom in gaat, kom je er bekaaid af. Van Onstwedde zelf zie ik weinig, want ook hier wordt de bebouwde kom vakkundig overgeslagen. Top! Twee jeugdige viskeluu proberen hun geluk in het Pagediep, merken op dat het lekker weer is. Nou, zeg dat! Ik concentreer me weer op de route, want markeringen zijn schaars en af en toe onhandig geplaatst, zodat ik ze niet zie. Dan maar op de GPS, dan kom ik er ook wel. Bij een driesprong ontbreekt wederom een sticker, vierhonderd meter verder zit wel één (voor rechtdoor), die echter overbodig is, want tien meter verder word ik naar links gestuurd.Ik ben weer aanbeland op de Trage Tocht en ik zie bekende taferelen voorbij komen. De boerenwagen, waardoor ik “Hoog op de gele wa-ha-gen” als oorwurm kreeg bijvoorbeeld. Vandaag heb ik geen oorwurmen geh…. oh, s#!t.

Wat ’n lèlkerd! (“Nee jij bent mooooohi!”)

Ik zie hier ook nieuwe dingen, want er lopen buffels in een weiland. Stom toevallig heb ik daar afgelopen week iets over gelezen, Facebook weet blijkbaar nu al dingen over mij, vóórdat het gebeurd is! Na een stukje pagediep, waar het op het eind weer onduidelijk is of ik rechtdoor moet, of linksaf over de brug, loop ik weer langs het Mussel Aa-kanaal en gaat het kaarsrecht (met een knik om aan de andere kant van het water te komen) naar het zuiden en komt het eindpunt in zicht. Dat eindpunt is heel a-typisch, midden op een zandpad langs dat Ruiten Aa-kanaal, zonder parkeermogelijkheid of logisch oppikpunt. Maar hier loopt wel een pad langs een akker gerst, die mij terugbrengt naar de parkeerplaats aan de Eemboerveldweg. Dat stukje neem ik niet meer op met Locus en Komoot, want hoort niet bij het Westerwoldepad, zodat het rondje in de apps geen rondje is, maar IRL (in het echt) natuurlijk wel. Ruim voor de regen stuur ik de Mokka weer richting huis.

De eerste etappe van het Westerwoldepad zit erop en heeft mij aangenaam verrast. Verbeterpunt is de markering, die hier en daar toch te wensen overliet. Maar wat mij buitengewoon blij stemde, was het feit dat de hoeveelheid bebouwde kom tot een minimum beperkt is. Een mènskeschouw iemand als ik komt dus bijna geen huis tegen………

Als je tenminste niet verkeerd loopt😂

Een gedachte over “Een rondje wat geen rondje was… maar toch ook weer wel”

Plaats een reactie